Sardinië

 Agriturismo op Sardinië: mooiste stranden en ongerepte berggebieden

Sardegna

Sardindë is na Sicilië het grootste Italiaanse eiland en heeft een prachtige natuur, ongerepte kusten en een rijke geschiedenis.

Het eiland is het bekendst vanwege de parelwitte stranden en de azuurblauwe zee. Het bekendste is de Costa Smeralda in het noordoosten, een prachtige kust met mooie stranden, stille baaien en grotten, met helder water en geurend naar de macchia met rozemarijn, lavendel en mirre. De Costa Smeralda werd in de jaren zestig ontdekt door Karim Aga Khan, één van de rijkste mannen ter wereld. De bekendste plaats Porto Cervo heeft dure boetieks, nachtclubs en restaurants en is voornamelijk een plaats voor de rijksten der aarde. Wat minder drukke, maar eveneens mooie en ongerepte stranden zijn te vinden in de omgeving van de Golfo di Orosei en het plaatsje Cala Gonone ten oosten van Nuoro. Aan de westkust is Bosa Marina een pittoresk kustplaatsje en het strand is meerdere keren onderscheiden als het schoonste strand van Italia. In het noordwesten zijn er bij Alghero enkele mooie stranden.

Op centraal-Sardinië ligt de Barbagia, een ongerept berggebied dat tot één van de dunstbevolkte gebieden van Europa behoort, waar een zwijgzame bevolking woont en waar de oorspronkelijke cultuur, tradities en natuur in stand zijn gebleven. Tot een aantal jaren geleden was het bekend vanwege het banditisme. Het hoogste deel is het Gennargentu-gebergte met aangrenzend het gelijknamige Parco Nazionale del Gennargentu, uniek vanwege zijn ongereptheid en verlatenheid. Er zijn nog geïsoleerde bergdorpen.

Sardinië is ook het eiland van Nuraghi uit de prehistorie: kegelvormige bouwsels van losse, gestapelde stenen, tot 15 meter hoog. Er zijn ook hele nuraghe-nederzettingen, soms met torens, muren, bronnen en opslagkamers. De grootste zijn de Nuraghe Santu Antine bij Torralba, tussen Sassari en Macomer; de Nuraghe Losa ten noorden van Oristano en de Nuraghe Su Nuraxi bij Barumini. Even indrukewkkend als de nuraghi zijn de tombe dei giganti, reuzengraven.

Sardegna is anders. Het eiland is in de loop der eeuwen door vele zeevarende volken overheerst. De zee heeft een isolerende betekenis gehad, doordat de inheemse bevolking zich veilig naar het binnenland terugtrok. Zo heeft Sardegna een eigen cultuur kunnen behouden. De taal is meer verwant met het Latijns dan met het Italiaans en de Sardijnen zijn zich bewust van een niet-Italiaanse identiteit die zij levend houden in hun kostuums, taal en verhalen.

 Vino, olio e la cucina - wijn, olijfolie en de keuken van Sardinië

Sardegna

Ondanks dat Sardinië 1900 kilometer kust heeft, is het geen eiland van vissers. Uiteraard ontbreekt er geen verse vis, maar Sardegna is een eiland waar met name vlees kenmerkend is in de keuken en dan met name lams-, geiten- en varkensvlees. Van oudsher is er een schapenteelt. Er zijn ook ontzettend goede kazen waaronder Fiore Sardo Dop, Pecorino Sardo Dop en Pecorino Romano Dop.

Verder worden er goede wijnen geproduceerd, zoals de Vermentino di Gallura Docg, Vernaccia di Oristano, Cannonau di Sardegna en Girò di Cagliari en is er een goede productie olijfoliën die de benaming Sardegna hebben.

 Klimaat van Sardinië

Het klimaat is subtropisch en maritiem. Sardinië heeft lange, droge zomers en milde, vochtige winters met mogelijkheid op sneeuw in de hogere gebieden in het binnenland. In de zomer kunnen in de kustgebieden de temperaturen rond de 30° C liggen, terwijl in het binnenland de temperaturen zelfs de 40° C kunnen bereiken. In de winter ligt de gemiddelde temperatuur rond 8° C. De mooiste perioden om te reizen zijn het voor- en najaar.